De schoonmoeder noemde de zwangere “profiteur” en liet haar elke ochtend de vloeren dweilen. Maar de volgende dag kwam ze terug uit de kliniek — niet alleen, maar met een advocaat en documenten die alles veranderden

Toen Anna Miller bij de moeder van haar man introk, probeerde ze beleefd, stil en dankbaar te zijn. Zes maanden zwanger, een nieuw land, een nieuw gezin — het leek het begin van een nieuw leven. Maar vanaf de eerste dag voelde Anna: ze was een gast, en geen welkome.

De moeder van haar man, Margaret, was een dominante vrouw, gewend om te heersen. Ze duldde niet dat iemand haar orde verstoorde — zeker geen buitenstaander.
— Laat haar tenminste iets doen, als ze toch op mijn kosten leeft, — zei ze luid genoeg dat Anna het hoorde.

Elke ochtend stond Anna eerder op dan iedereen. Ze dweilde, kookte ontbijt, waste de kleren. Haar buik was al duidelijk zichtbaar, maar Margaret deed alsof ze het niet zag.
— Zwangerschap is geen ziekte, — zei ze kil. — In mijn tijd werkten vrouwen tot de laatste dag.

Lucas, Anna’s man, probeerde zich er niet mee te bemoeien. “Neem het niet te persoonlijk, mama is gewoon streng,” zei hij. Maar die woorden hielpen niet als Anna elke ochtend hoorde: profiteur, luiwammes, schoondochter die alleen geld uitgeeft.

Op een dag, na een slapeloze nacht en eindeloze verwijten, viel Anna flauw in de keuken. Margaret rolde alleen met haar ogen:
— Toneelspel, zodat ze niets hoeft te doen.

Gelukkig hoorde de buurvrouw het lawaai en belde de ambulance. In de kliniek zeiden de artsen het duidelijk: ze had rust nodig. Elke stress was gevaarlijk voor het kind. Anna huilde. Ze was bang terug te keren naar het huis waar ze elke dag werd vernederd. Maar de arts, een oudere man met een zachte stem, zei rustig:
— Soms moet je niet alleen jezelf beschermen, maar ook degene die in jou leeft.

De volgende dag kwam Anna thuis. Maar niet alleen. Samen met haar kwam een man in een net pak — een familierechtadvocaat die ze in de kliniek had ingehuurd. In zijn handen hield hij een map vol documenten.

Margaret kon niets zeggen. De advocaat stelde zich kalm voor en legde de papieren op tafel.
— Mevrouw Miller, in uw huis woont een zwangere vrouw, officieel geregistreerd als de echtgenote van uw zoon. Volgens de wet wordt elke druk die haar gezondheid bedreigt beschouwd als psychologisch geweld. We hebben een medisch rapport en getuigenverklaringen.

Margaret verbleekte. Lucas stond sprakeloos. De advocaat sprak rustig, maar elk woord klonk als een oordeel:
— Als dit zich herhaalt, zullen we genoodzaakt zijn een aanklacht in te dienen.

Er viel een stilte, maar dat moment veranderde alles. Margaret sloeg haar ogen neer en zweeg.

Anna stond recht, voor het eerst met vaste stem:
— Ik wil geen ruzie. Ik wil alleen dat mijn kind geboren wordt in vrede, niet in angst.

Een week later pakte Margaret haar spullen en vertrok “tijdelijk naar een vriendin.” Sindsdien klonk het woord “profiteur” niet meer in dat huis. Anna beviel van een gezonde jongen en begon een nieuw leven — eindelijk met de rust die ze zo lang had gemist.