Ze waren het perfecte stel. Al hun vrienden waren jaloers op hun liefde — het huis, de plannen, de reizen, de foto’s met het onderschrift “voor altijd”.
Tot die nacht dat de telefoon ging.
— Uw vrouw heeft een ongeluk gehad, — klonk een stem.
Hij reed zo snel hij kon, voelde de weg niet eens onder zich. Toen hij aankwam, zeiden de artsen: ze leeft, maar haar rugletsel is ernstig.
In het begin week hij niet van haar bed. Hij voerde haar, verwisselde verbanden, luisterde naar de dokters.
Maar daarna kwam de vermoeidheid. De irritatie. De stilte.
Na drie maanden pakte hij stilletjes zijn spullen.
— Ik kan zo niet meer leven, — zei hij. — Het doet pijn om je zo te zien.
En hij vertrok.
Ze bleef alleen.
Dagen en nachten vloeiden in elkaar over, en alleen het geluid van de apparaten herinnerde haar eraan dat ze nog leefde.
Tot op een dag een nieuwe fysiotherapeut binnenkwam. Een jonge man met vriendelijke ogen.
Hij had geen medelijden met haar, zei niet “hou vol” — hij kwam gewoon elke dag en dwong haar te doen wat ze onmogelijk achtte.
Stap voor stap, traan na traan, leerde ze haar lichaam opnieuw beheersen.
Op een dag zei hij:
— Vandaag proberen we zonder steun.
Ze was bang, maar gehoorzaamde.
En voor het eerst in maanden — zette ze een stap.
Een jaar ging voorbij.
Ze liep weer. Eerst met een stok, daarna zonder. Ze leefde, lachte, voelde zich weer zichzelf. En naast haar stond hij — degene die niet medelijden had, maar geloofde.
Die dag, in het winkelcentrum, stond ze voor een etalage.
Haar ex-man herkende haar meteen — dezelfde glimlach, dezelfde glans in haar ogen. Alleen stond er nu een andere man naast haar.
Hij kwam dichterbij… en verstijfde.
Want hij herkende hem.
Het was de jongen die hij ooit een baan had geweigerd, omdat hij “niet goed genoeg” was.
Degene die hem om hulp had gevraagd — en alleen een koude blik had gekregen.
Degene die nu de hand vasthield van zijn ex-vrouw.
Hij bleef staan, niet in staat op te kijken.
Zij keek hem gewoon rustig aan, zonder woede.
— Weet je, — zei ze zacht, — soms stuurt God mensen niet terug voor wraak. Maar om te laten zien wie echt kan liefhebben.
