De geit duwde haar baas zonder aanleiding, en een seconde later werd duidelijk dat ze zijn leven had gered

De ochtend begon rustig.
De zon kwam op boven de heuvels en spreidde gouden schitteringen over het gras.
De lucht rook naar hooi en vochtige aarde, van de vijver trok koelte.
Hij liep, zoals altijd, de binnenplaats op — in een oud overhemd, met een stomende mok thee —
en riep de geit op zijn gebruikelijke manier:
— Nou, Belka, gaan we?

De geit kwam uit de stal, schudde met haar hoofd, het belletje rinkelde.
Ze liep altijd achter hem aan — kalm, waardig, alsof ze elk woord begreep.
Hij aaide haar over de hals en glimlachte:
— Jij bent slim, al ben je koppig.

De boomgaard achter het huis hing in lichte nevel.
De takken van de oude appelboom bogen onder het gewicht van de vruchten. Hij liep dichterbij om de ladder te zetten, de steun recht te zetten.
En toen merkte hij dat Belka waakzaam werd.
Haar oren rechtop, de blik omhoog — precies in de kruin.

Hij begreep niets.
Plotseling schoot de geit naar voren en stootte hem hard met haar borst in zijn zij. Hij wankelde, deed een stap achteruit —
en op datzelfde moment kraakte de boom.

Het geluid was kort, als een schot.
De stam brak doormidden, de takken stortten naar beneden, bladeren en appels vlogen. Hij viel in het gras, drukte zijn handen tegen zijn borst en voelde zijn hart in zijn keel bonzen. Belka stond naast hem, snoof, ademhaalde zwaar — en keek hem recht aan.

Hij streek met zijn hand over haar kop, niet gelovend dat hij nog ademde.
— Jij… jij wist het, hè?
Ze knipperde en duwde haar snoet in zijn hand, alsof alles al voorbij was.

Het rook naar sap, geplette appels en naar leven. Een zacht briesje bewoog de bladeren op de omgevallen takken, de zon speelde in glinsteringen op haar vacht. Hij zat, keek naar de boom en dacht:
hoe vreemd — soms komt redding met hoeven en de geur van gras.

Sindsdien verhief hij zijn stem niet meer tegen Belka. En telkens als hij het rinkelen van haar bel hoorde,
klonk diep vanbinnen weer die ochtendlijke knal —
en de dankbaarheid die je niet in woorden kunt vangen.