Een man merkte dat zijn hond elke dag naar hetzelfde raam keek — en besloot te ontdekken waarom

James woonde alleen, in een klein huis aan de rand van de stad.
Zijn enige metgezel was een hond genaamd Molly — slim, lief en een beetje vreemd.
Sinds hij haar had geadopteerd, was ze altijd bij hem: liep achter hem aan, sliep naast zijn bed, en begroette hem blij bij elke terugkeer.

Maar de laatste weken merkte James iets eigenaardigs.
Elke dag, precies op hetzelfde moment — rond vijf uur in de middag — ging Molly bij het raam in de woonkamer zitten en keek gespannen naar buiten.
Geen geblaf, geen geluid.
Ze zat gewoon stil, starend naar één punt.

In het begin schonk James er geen aandacht aan.
Hij dacht: misschien is het de kat van de buren, of kinderen die buiten spelen.
Maar de dagen gingen voorbij en niets veranderde.
Molly bleef steeds langer bij het raam zitten — soms wel een uur — alsof ze op iemand wachtte.

Op een dag besloot James te kijken wat er was.
Hij liep naar het raam en keek naar buiten — niets.
Alleen het oude huis aan de overkant, al jaren verlaten, met dichtgetimmerde ramen en afgebladderde verf.

Maar dáár keek Molly naar.

De volgende dag zag hij haar weer op dezelfde plek.
Hij besloot een foto te maken van de richting waarin ze keek en zoomde in.
Op de foto, op de tweede verdieping van het huis tegenover, zag hij een schaduw.
Een silhouet — vaag, maar menselijk.

James verstijfde. Dat huis stond al meer dan tien jaar leeg.

’s Avonds, bij zonsondergang, liep hij opnieuw naar het raam.
Molly zat daar weer.
Plots begon ze te grommen — laag, langgerekt, alsof ze iets zag.
James keek naar buiten — en deze keer zag hij het ook.
In datzelfde raam brandde een zwak licht.

De volgende ochtend ging hij erheen.
De deur van het huis stond op een kier.
Binnen — stof, spinnenwebben, stilte.
Op de bovenverdieping, bij dat raam, stond een oude stoel.
Op de stoel lag een foto.

Op de foto stonden een man, een vrouw en… een hond, precies zoals Molly.

Onder de foto — een datum van dertig jaar geleden.

James nam de foto mee en ging terug naar huis.
Toen hij thuiskwam, zat Molly niet meer bij het raam.
Ze kwam naar hem toe, legde haar kop op zijn knieën en zuchtte zacht.

Sindsdien kijkt ze daar nooit meer.
En James weet nog steeds niet, op wie ze eigenlijk wachtte — haar oude baas, of degene die nog steeds terugkeert naar dat verlaten huis dat ooit het hare was.